13. Geeft de signaalsterkte en piekmarkering aan
14. Signaalsterkte: Numerieke weergave van signaalsterkte.
15. Geleidepijltjes nul/proportioneel. Geeft de locatie weer van de lijn, ten opzichte van de ontvanger.
16. Pictogram batterij: Geeft aan hoeveel energie de batterij nog heeft.
17. Versterkingswaarde
18. Pictogram volume: Geeft het volumeniveau weer
19. Radiomodus: . Geeft aan of de radiomodus actief is.
20. Stroommodus: Geeft aan of de stroommodus actief is.
21. Accessoire-indicator: Geeft aan wanneer een accessoire is aangesloten
22. A-Frame-pictogram: Geeft aan wanneer het A-Frame is aangesloten.
23. Weergave frequentie/stroom/menu.
24. Antennemoduspictogram: geeft de antenneselectie aan: Piek, nul, piek+ en geleidingsmodus (afhankelijk van het model)
25. GSondepictogram: Geeft aan dat de signaalbron afkomstig is van een sonde.
26. Lijnpictogram: Geeft aan dat de signaalbron afkomstig is van een lijn.
27. Kompasindicator: Geeft de richting van de gelokaliseerde kabel weer ten opzichte van de ontvanger.
28. Indicatielampje stand-by zender.
Dieptemeting.
30. Pictogram GPS-status (alleen GPS-modellen): Een balk geeft aan dat GPS actief is. Drie balken geeft aan dat de GPS op het GPS-satellietsysteem is gelockt
31. Pictogram Signaalkwaliteit GPS (alleen GPS-modellen): Geeft de kwaliteit aan van het ontvangen signaal
|