OPMERKING: Met de opnamefunctie kunt u alleen audio opnemen. Hiervoor is een SD-kaart nodig die in het apparaat is geplaatst.

Audio opnemen

1. Druk op Recording (Opname) om de audio-opname te starten. De schermen Spectrum Analysis (Spectrumanalyse) of Locate (Lokaliseren) worden niet weergegeven tijdens het opnemen. Zorg dat de versterking, het banddoorlaatfilter en het volume juist zijn ingesteld voordat u opneemt.
2. Druk op Stop (Stoppen) om het opnemen te stoppen.
3. Druk op Refresh (Vernieuwen) om de bestandsbrowser bij te werken.

Uw mediabestanden beheren

Aansluiten op pc

1. Sluit, terwijl de RD510-displayeenheid is ingeschakeld, de bedieningseenheid aan op een pc met behulp van de meegeleverde USB-C-kabel.
2. Druk op Connect PC (Verbinden met pc).
3. Gebruik de bestandsverkenner op uw pc en open de aangesloten RD510-bedieningseenheid.
4. Gebruik de bestandsverkenner op uw pc om uw audio-opnamebestanden te beheren.
5. Ga naar de map PicSave om uw afbeeldingsbestanden te beheren die met het scherm Locating (Lokaliseren) zijn gemaakt.

Verwijderen

U kunt audiobestanden of afbeeldingen op het apparaat verwijderen in het onderdeel File Browse (Bestanden):

• Selecteer voor audiobestanden een wave-bestand in de lijst en druk op Delete (Verwijderen).
• Open voor afbeeldingsbestanden de map PicSave, selecteer een afbeeldingsbestand en druk op Delete (Verwijderen).
• Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven om te bevestigen dat u het bestand wilt verwijderen. Selecteer OK om het bestand te verwijderen of druk op Cancel (Annuleren) om het bestand niet te verwijderen en terug te gaan.

Vernieuwen

Door op Refresh (Vernieuwen) te drukken nadat een audiobestand is opgenomen, wordt de lijst van audiobestanden bijgewerkt in het onderdeel Files Browse (Bestanden).