11. Pictogram batterij: Geeft het batterijniveau aan.
12. Alfanumerieke beschrijving van geselecteerde bedieningsmodus.
13. Pictogram Standby: Geeft aan dat de zender in Standby-modus staat.
14. Uitgangsniveau: Geeft de uitgangsvoeding van de zender weer.
15. Accessoire- of meetindicatoren: Geeft aan of een accessoire is aangesloten of metingsmodus actief is.
16. Pictogram DC: Wordt weergegeven als de zender wordt gevoed door een externe DC-voeding.
17. Indicator inductie: Wordt weergegeven als de zender in Inductiemodus staat.
18. A-Frame (alleen Tx-5 en Tx-10(B)): Geeft aan dat de zender in foutopsporingsmodus staat.
19. Indicator SR-modus (alleen Tx-10(B)): Geeft aan dat de zender in Stroom Richting modus staat.
20. Indicatie spanningswaarschuwing: Geeft aan dat de zender een potentieel gevaarlijk spanningsniveau afgeeft.
21. Pictogram volume: Geeft het volumeniveau weer.
22. Koppelingspictogram (alleen model Tx-10B): Wordt weergegeven als de zender en kabelzoeker verbonden zijn via iLOC.
23. Bluetooth-pictogram (alleen model Tx-10B): Geeft de status van de iLOC-verbinding weer. Een knipperend pictogram betekent dat het koppelen wordt uitgevoerd.
|