Bij toepassingen met hoge impedantie, zoals kabels met een kleine diameter, tracerdraden, enz., Kan het soms moeilijk zijn om een signaal te laten stromen bij gebruik van de directe verbindingsmethode. Door de uitgangsspanning van de zender te verhogen, kan de hoeveelheid signaal die aan de netvoeding wordt gekoppeld, worden gemaximaliseerd.
De zender kan zowel op laagspanning (30V) als op hoogspanning (90V) werken. In de normale bedrijfsmodus werkt de zender in de laagspanningsmodus.
Waarschuwing: Zorg er bij gebruik van de zender in hoogspanningsmodus altijd voor dat de zender is uitgeschakeld bij het aansluiten of loskoppelen van directe aansluitkabels.
Om de maximale uitgangsspanning in te stellen op 90 volt:
In de hoogspanningsmodus geeft de zender een waarschuwingsdriehoek voor hoogspanning weer.
Elke keer dat de zender wordt uitgeschakeld, keert de zender terug naar de standaard laagspanningsinstelling.